De Analyseweergave configureren¶
Voorvereiste
Opdat de Analyseweergave beschikbaar is, moet de dataset minstens één datum- of datumtijdveld, of een veld ingesteld als een facet bevatten.
In de bewerkingsinterface van een dataset kan u via het tabblad Weergaven > Analyse de standaard grafiek van de Analyseweergave die wordt weergegeven in de front office configureren eenmaal de dataset op het portaal is gepubliceerd.
De Analyseweergave, wanneer deze beschikbaar is, is optioneel. Deze kan worden geactiveerd of gedeactiveerd via het aanvinkvakje dat rechts onder de weergavetabs staat.

Boven de voorbeeldweergave van de grafiek wordt een reeks knoppen en opties weergegeven om de standaard grafiek van de Analyseweergave te configureren.

De eerste lijn is om de basis van de grafiek te configureren.
X-as: om te kiezen welk veld moet worden gebruikt als X-as (horizontale lijn)
Maximaal aantal punten: om te kiezen hoeveel punten er moeten worden weergegeven op de grafiek
Standaard volgorde: zodat punten in dalende volgorde in de grafiek worden weergegeven

De tweede lijn is om te definiëren hoe de verschillende reeksen worden vertegenwoordigd.
Onderverdelingsreeks: om de reeksen onder te verdelen in verschillende groepen
Stapel: zodat reeksen boven op elkaar kunnen worden gestapeld
Een reeks toevoegen: om andere reeksen op de grafiek weer te geven

De derde en laatste lijn is om reeksen afzonderlijk te configureren.
Een afrolmenu: om het grafiektype voor de reeks te kiezen
een kleur of kleurenpalet: om de kleur voor de reeks te kiezen
Y-as: om te kiezen welk veld gebruikt moet worden als Y-as (verticale lijn)
Gebruik voor rangschikking: zodat punten in dalende volgorde in de grafiek worden weergegeven op basis van de gekozen reeks
Opgelet
Wees voorzichtig met de standaard grafieken van verdeelde en/of samengevoegde datasets: wanneer ze oorspronkelijk geconfigureerd werden met gepersonaliseerde kleuren, configureer de grafiek dan opnieuw met andere kleuren. Zo niet zal deze verschijnen als zijnde blanco.